Hij was bevriend met Coen Moulijn. Met Ernst Happel ging hij zes keer samen op vakantie naar Oostenrijk. En met oud-voetballers, bestuursleden en sponsoren van Feyenoord maakte hij twee keer een wekenlange cruise door de Caribische Zee. Sjaak Schroth uit Lombardijen, inmiddels al 30 jaar woonachtig in Zuidland, voetballer van Overmaas en voor zijn pensionering vrachtwagenchauffeur van beroep, bouwde begin jaren ’70 van de vorige eeuw zeer vriendschappelijke banden op met Feyenoordvoetballers en met trainer Ernst Happel en die hielden decennialang stand. Het is daarom dat we in het kader van Oude Glorie met hem gesproken hebben. Wij willen namelijk weten wat hij nog weet van die tijd en wat hij allemaal meegemaakt heeft.
Om te beginnen: vertel eerst eens iets over je eigen voetballoopbaan.
Sjaak: ‘Van jongs af aan heb ik gevoetbald bij Overmaas. Mijn vader voetbalde daar en mijn opa had er ook gevoetbald, dus een andere club kwam niet in beeld bij ons thuis. Ik woonde in de buurt en dat was makkelijk ook, natuurlijk. Ik voetbalde jarenlang met Joop van Dale in hetzelfde jeugdteam, totdat Joop door Feyenoord gescout werd. Toen ik van de junioren naar de senioren overging werd ik door trainer Piet van Miert bij de selectie gehaald. Ik heb een paar jaar als rechtsbuiten in het eerste elftal gespeeld dat toen een eersteklasser was, destijds het hoogste amateurniveau. In onze klasse speelden we wedstrijden tegen CVV, De Musschen en Xerxes, andere ploegen uit Rotterdam waarvan de spelers elkaar allemaal kenden en dat waren altijd leuke wedstrijden. Maar na en paar jaar vond ik het welletjes. Ik vond stappen en uitgaan veel leuker en achter de vrouwtjes aanzitten was een grotere hobby van me dan voetballen. Ik was gek op de afdeling meiden. Ik heb bij Overmaas nog wel jarenlang in een lager elftal gevoetbald, samen met onder meer Wim de Kreek, bijgenaamd Pingel de Kreek. Die had bij Feyenoord gevoetbald en was als linksbuiten destijds de tweede man achter Coen Moulijn.’
Over Coen Moulijn gesproken, dat was een hele goede vriend van je. Hoe is die vriendschap ontstaan?
Sjaak: ‘eigenlijk heel toevallig. Ik was bij Coen in de zaak op zoek naar nieuwe kleding en raakte met hem in gesprek. Vanaf het allereerste moment hadden we een goede klik. Toen mijn kleren afgerekend en ingepakt waren zei hij dat ik nog eens terug moest komen voor een bakkie koffie. Dat heb ik niet lang daarna ook gedaan en nadien nog een heleboel keer. We werden vrienden en zagen elkaar steeds vaker. Er waren trouwens wel meer mensen die bij Coen in de zaak langs kwamen voor een praatje en een bak koffie. Henk Schouten bijvoorbeeld, die altijd moppen vertelde. Ook met hem raakte ik bevriend. Als we samen uitgingen in Rotterdam moest in elk café waar we binnen kwamen iedereen even stil zijn want Henk moest dan eerst een mop vertellen. Coen was trouwens niet zo’n café man, we gingen vaak zonder hem op stap.’
Door je vriendschap met Coen leerde je steeds meer voetballers kennen.
Sjaak: ‘Jazeker, ook al omdat ik vaak in ’t Haantje kwam, dat in die tijd het café was waar Feyenoordvoetballers kwamen. Iedereen van Feyenoord kwam daar, ook trainer Ernst Happel en ook zakenmensen die iets met Feyenoord te maken hadden. Ik woonde vlakbij en zat er vaak. Zo leerde ik Cor van der Gijp kennen en ook Cor Veldhoen, ik ging langs bij Rinus Israël in zijn sigarenzaak aan de Polderlaan op Zuid, die hij overgenomen had van Piet Steenbergen en ik raakte bevriend met Ernst Happel, die in ’t Haantje bijna elke dag zat te kaarten.’
Wat wij weten van die tijd is dat Ernst Happel niet zo makkelijk benaderbaar was en een hele speciale vent was. En jij werd zijn vriend. Hoe ging dat?
Sjaak: ‘Door de band die we samen opbouwden omdat we elkaar regelmatig zagen bij ’t Haantje. Dan raak je automatisch in gesprek en dat klikte meteen van twee kanten. Ik was vrijgezel, werkte als vrachtwagenchauffeur en had verder nergens naar te kijken. Ik kon doen en laten wat ik wilde. Happel was een hele fijne vent, een lieve man als je hem beter kende. Hij was wel recht voor zijn raap, maar dat was ik ook. Op een gegeven moment belt hij mij op. ‘Sjaak’, zei hij, ‘je moet zaterdagochtend naar het stadhuis komen want daar wordt de verjaardag van Coen Moulijn gevierd.’ Happel had de naam niet zo close met spelers om te gaan, maar met een paar Feyenoorders ging hij privé toch heel goed om. Coen was er daar een van. Ik ben samen met Happel buiten het voetbalseizoen om zes keer op vakantie naar Oostenrijk geweest. Zaten we samen in een hotel. Overdag kaarten en ’s avonds naar het casino. Persfotografen wilden foto’s van hem maken, maar die joeg hij altijd weg. ‘Oppleuren’ zei hij dan. Hele leuke tijden meegemaakt daar, samen met andere mensen uit Rotterdam die er dan ook waren. En Udo Jürgens zat er ook altijd. Dat was een Oostenrijkse zanger waar Happel heel goed mee bevriend was. Als hij optrad gingen we altijd kijken als we in Oostenrijk zaten.’
Zat je als vrachtwagenchauffeur ineens in de jetset.
Sjaak: ‘inderdaad, maar ik ben door niemand neerbuigend behandeld. Niemand keek op me neer en met iedereen kon ik heel goed overweg. Ik was echt niet de loopjongen van Happel bijvoorbeeld, werd door hem volkomen gelijkwaardig behandeld. We stonden altijd voor elkaar klaar. Na een van onze gezamenlijke vakanties in Oostenrijk ging ik terug naar Nederland. Hij reed met de auto naar Hamburg, waar hij toen trainer was. Onderweg ging zijn auto kapot. Hij belde mij op of ik dat kon oplossen. Samen met een vriend van me ben ik die auto in Duitsland op gaan halen. We hebben hem daar provisorisch laten opknappen en vervolgens zijn we naar Rotterdam gereden, waar we die auto helemaal na hebben laten kijken. Toen hij gerepareerd was, hebben we de auto naar Hamburg gebracht en zagen daar natuurlijk Happel weer. Had hij voor ons een hapje en een drankje geregeld. Zulke dingen deden we voor elkaar. De band met Happel is altijd heel sterk geweest, ook vele jaren na zijn tijd bij Feyenoord. Toen hij trainer was bij Club Brugge zijn we met een groepje mensen vanuit ’t Haantje naar een wedstrijd gaan kijken, met een busje naar België. Na de wedstrijd had hij voor ons eten en drinken geregeld. Geweldig toch. En toen hij later in het buitenland zat als trainer kwam hij af en toe nog bij ’t Haantje langs en dan was het weer als vanouds. De warme band met Happel is altijd blijven bestaan. En met Coen Moulijn ook, tot aan zijn dood.’
Nog even over die jetset waar we het zojuist over hadden. Je hebt met mensen van Feyenoord ook twee keer een cruise gemaakt. Hoe kwam het dat jij ook meegegaan bent op die reizen?
Sjaak: ‘Omdat ik in dat wereldje zat, omdat ik alles en iedereen kende. Toen Coen Moulijn en Cor Veldhoen uitgevoetbald waren, opperde iemand uit onze vriendengroep dat het leuk zou zijn om samen op een cruise te gaan. Zo gezegd, zo gedaan. Met ongeveer 60 man zijn we in de jaren ‘90 naar Miami gevlogen, waar we ons inscheepten op een cruiseboot. Drie weken lang hebben we rondgevaren in de Caribische Zee. Ik geloof dat ik wel zestien eilanden heb gezien. En op de boot natuurlijk veel gefeest en een heel plezierige tijd doorgebracht met de oud-voetballers, met de zakenmensen met een hart voor Feyenoord en met hun vrouwen, die meegereisd waren. Ik had twee smokings bij me en op zeker moment komt Jorien van den Herik, toen de president van Feyenoord, de trap afgelopen op de boot. Hij ziet me staan in mijn witte smoking. ‘Mag ik je wat vragen’, vroeg hij aan me. ‘Ik zie je altijd op en top gekleed, ik vraag me af wat u voor werk doet?’ Toen ik hem zei dat ik vrachtwagenchauffeur was, keek hij heel verbaasd. Ik was de enige op de boot die twee smokings bij zich had, haha.’
We zijn nu bijna 30 jaar verder. Hoe kijk je op die tijd terug?
Sjaak: ‘Het waren bijzonder leuke tijden. Ik was toen nog niet getrouwd en heb enorm veel plezier gehad. Veel mensen waarmee ik toen op stap ging of waar ik leuke tijden mee heb beleefd, zijn inmiddels helaas overleden. Coen is er niet meer, Happel is dood, Cor Veldhoen is overleden en andere jongens van toen zijn er ook niet meer. Ik ben 74 jaar oud nu en ik mis mijn oude vrienden wel. Af en toe denk ik er nog wel eens aan wat we samen beleefd hebben. Maar dan denk ik wel altijd: we hebben een mooie tijd gehad.’
Leuk stuk sjaak. Maar je had ook veel vrienden bij Overmaas
Sjaak goed stuk man, maar ik kwam je vaak tegen in de Bull Seven
Geweldig stukje Sjaak, was zelf werkzaam in `T Haantje en heb deze mensen ook gekend.